Vier misverstanden over wagenparkbeheer

1. – WIJ VERGELIJKEN 3 PARTIJEN EN KIEZEN DE GOEDKOOPSTE, DIT ZORGT ERVOOR DAT DE KOSTEN VOOR ONS WAGENPARK ZO LAAG MOGELIJK HOUDEN.

Scherp inkopen is al een hele kunst, maar dan zit je 4 tot 5 jaar aan een contract vast. Gedurende deze looptijd kan er veel gebeuren. Van dure herberekeningen bij afwijkende kilometrages tot facturen voor inleverschade omdat deze niet gemeld was. Let dus goed op voorwaarden en kijk welke partij het beste scoort over de gehele looptijd. Soms is een hogere leaseprijs over de gehele looptijd uiteindelijk toch goedkoper.

2 – HERBEREKENINGEN VAN HET CONTRACT GEDURENDE DE LOOPTIJD ZIJN NIET TE VOORKOMEN EN HOREN ER NU EENMAAL BIJ, JE WEET IMMERS NOOIT WAT ER KAN WIJZIGEN.

Er zijn verschillende partijen waarbij eventuele toekomstige afwijkingen vooraf worden vastgelegd. Het is dan eenvoudiger om de verschillende opties te vergelijken om uiteindelijk de beste keuze te maken.

3 – DE AUTO IS VOOR ONZE MEDEWERKERS HEILIG, KOSTENBESPARING GAAT DUS ALTIJD TEN KOSTE VAN WERKNEMERSTEVREDENHEID.

In ruim 70% van de gevallen zien wij dat medewerkers keuzes maken op basis van de kosten voor privégebruik. Die worden dus veel blijer van lagere privékosten dan een hoger leasebudget. Aan de andere kant zien wij dat een leasebudget vaak als een verworven recht wordt beschouwd. Is er geen alternatief, dan wil ruim 50% het budget ook zo veel mogelijk gebruiken.

4 – HET WAGENPARKBEHEER KOST EIGENLIJK ALLEEN TIJD ALS MENSEN EEN ANDERE AUTO MOGEN UITZOEKEN.

Een contract loopt vaak 4 tot 5 jaar, in die tijd gebeurt er veel. Om te monitoren wat er gebeurt en om te kunnen sturen op het juiste moment is tijd nodig. Daarnaast is ook de financiële- en salarisadministratie tijd kwijt zijn. Maar wat te denken van verlies van tijd door onderhoud, schade en winterbandenwissels.